Geen nood, je bent op de juiste plek.
Adviestalent is vanaf 1 november 2019 doorgegaan als OpMorgen

Verder

Secre­taris Pro­gramma Luchtruim­herziening Ministerie I&W

Programma Luchtruimherziening OchtendMensen

De huidige indeling van het luchtruim loopt tegen zijn grenzen aan

Luchtvaart is in de afgelopen decennia sterk gegroeid. De beschikbare ruimte in het Nederlandse luchtruim neemt echter niet toe. De structuur van het Nederlandse luchtruim is daarom steeds aangepast, maar die aanpak loopt nu tegen zijn grenzen aan. Daarom is besloten om de structuur van het luchtruim te herzien.

Uitdagingen bij het herzien van het luchtruim

De opgave om het luchtruim te herzien, is ondergebracht in het Programma Luchtruimherziening. In dit programma werken het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en het Ministerie van Defensie samen met de civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties in Nederland. Met deze herziening is het luchtruim klaar voor de toekomstige uitdagingen op het gebied van efficiëntie, duurzaamheid en capaciteit.

Weten wat er speelt en knelpunten signaleren

Als programmasecretaris is OchtendMensen-adviseur Kaj Swaders betrokken bij het dagelijkse werk van de programmadirectie Luchtruimherziening. Hij weet wat er speelt op verschillende lagen in het programma en signaleert knelpunten in de planning. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor het voorbereiden van onder andere de Stuurgroepvergadering van het programma, het organiseren van teambuilding en hij is betrokken bij het beantwoorden van Kamervragen en de internationale afstemming vanuit het programma.

Op de website van Luchtvaart In De Toekomst lees je meer over de Luchtruimherziening.

Wil je weten hoe OchtendMensen bijdragen aan Mobiliteitsvraagstukken, lees dan verder op onze themapagina Stad, Natuur & Mobiliteit.

Lessen voor een succes­volle mobili­teits­transitie

Thijs Hofman Adviseur Stad Natuur en Mobiliteit OchtendMensen TwynstraGudde

Voor dit artikel vroegen we verschillende experts wat er volgens hen nodig is voor de transitie naar een duurzaam mobiliteitssysteem. Patricia Bakker deelt haar ervaring als senior content marketeer bij ANWB. Vanuit adviesbureau TwynstraGudde spraken we met Jan Willem de Kleuver en Jos Kalfsbeek, beiden senior adviseur en partner Mobiliteit en Infrastructuur. Ten slotte deelde ondernemer Wouter de Valk zijn inzicht. Wouter is oprichter van Livemobility, een bedrijf dat software ontwikkelt om zakelijke reisbewegingen doormiddel van data inzichtelijk te maken.

De interviews geven een gedeeld beeld van lessen om mee te nemen richting een duurzamer mobiliteitssysteem, en dat is hard nodig om onze klimaatdoelen te bereiken en samen zorg te dragen voor de wereld.

1. Denk vanuit het systeem als geheel

Patricia leert ons dat mobiliteit anders moet worden georganiseerd, maar dan wel vanuit het hele systeem. “De manier waarop we ons verplaatsen, verandert. We willen steeds sneller en verder reizen, maar nieuwe vormen van mobiliteit moeten wel rendabel zijn. Tegelijkertijd wordt duurzame mobiliteit een vereiste. COVID-19 heeft deze ontwikkelingen nog meer versneld. We zijn ineens plaats- en tijdsonafhankelijk gaan werken en we zien nu dat kantoren een andere functie krijgen, namelijk puur voor ontmoeting en verbinding.”

Een succesvolle mobiliteitstransitie is, aldus Patricia, een gezamenlijke verantwoordelijkheid van mobiliteitsleveranciers zoals de ANWB, complementaire bedrijven zoals Uber of Shuttel, en de overheid. Vanuit deze samenwerkingsverbanden ontstaan nieuwe vormen van mobiliteit: producten en diensten waarbij financiële risico’s gedeeld worden, maar die gezamenlijk meer opleveren. En belangrijker: Zo blijft Nederland op een duurzame manier bereikbaar en blijven we letterlijk met elkaar in verbinding. Een mooi voorbeeld is het Deltaplan Mobiliteit van de Mobiliteitsalliantie. Daarin hebben 25 betrokken partijen laten zien dat ze samen tot een integrale benadering kunnen komen. Zo is er in de inrichting van mobiliteitsknooppunten rekening gehouden met de energietransitie.

Jan Willem en Jos sluiten hierbij aan: “Besef dat je duurzame mobiliteit altijd als een systeem zult moeten benaderen. Je ziet in de praktijk vaak dat technologische ontwikkeling de driver is, maar je moet er vervolgens achter komen hoe die technologie een plekje krijgt in het maatschappelijk systeem. Je kan bijvoorbeeld denken aan teruglopende brandstofbelastingen als gevolg van elektrisch rijden, wat een effect heeft op de overheidsfinanciën.” Denk dus een paar stappen verder en voorkom een tunnelvisie. “De stip op de horizon waar we binnen het thema duurzame mobiliteit naartoe werken is duidelijk, dat is zero-emissie vervoer. Om dat doel te bereiken zijn meerdere oplossingsrichtingen denkbaar, zoals vervoerselektrificatie van busverkeer en binnenvaart, of het gebruik van waterstof als brandstof in het vervoerssysteem. Het is dus belangrijk om te onthouden dat we werken met een onzekerheidsmarge, en dat er geen silver bullet is.”

2. De gebruiker bepaalt

De ervaring leert dat de gebruiker uiteindelijk bepaalt of iets wel of niet werkt. Jan Willem en Jos: “Vergeet bij een onderwerp als duurzame mobiliteit vooral niet om de uiteindelijke gebruikers mee te nemen. Uiteindelijk ontstaan alle vormen van mobiliteit vanuit een behoefte van mensen om zich te verplaatsen. Een voorbeeld van hoe je hier rekening mee houdt is het concept van de 15-minuten-stad waarbij de benadering van duurzame mobiliteit begint bij de vraag naar mobiliteit vanuit de eindgebruiker. “

Met Livemobility neemt Wouter de gebruiker als startpunt. Hij begint met het bevragen en meten van het gebruikelijke reisgedrag van de werknemer. Dit sluit aan op aangescherpte regels over de rol van de werkgever in het registeren van mobiliteitsbewegingen. Patricia: “Vanaf 1 januari 2022 mag de werkgever geen vast bedrag meer uitkeren als reiskostenvergoeding, maar doet dit dan op basis van de daadwerkelijke reisbewegingen.” De informatie die via de app van Livemobility verkregen wordt kan de werkgever gebruiken om een realistisch vervoersaanbod aanbieden dat aansluit bij de wensen van de werknemer. Het garanderen van goede communicatie tussen werkgever en werknemer is hierbij cruciaal.

Wouter zegt hierover: “Soms lees ik dat deelmobiliteit niet werkt. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet met het aanbod te maken heeft, maar met het niet meebewegen met de vraag. Je kunt niet zomaar iets neerzetten en hopen dat het gebruikt wordt. Je hebt vraagcreatie nodig. Als Livemobility niet aansluit bij de behoefte van werknemers, zijn zij niet geneigd de app te gebruiken. De werkgever ontvangt dan geen data en kan in feite niets met de app.” Hoe doe je dat, meebewegen met de vraag van de gebruiker? Je moet aandacht hebben voor de context waarin iemand bepaald gedrag vertoont. Verandering moet makkelijk gemaakt worden, dan zijn mensen meer geneigd erin mee te gaan, aldus Wouter.

3. Vergeet de rol van de overheid niet

Naast de gebruiker is de overheid een belangrijke speler in de mobiliteitstransitie. De overheid bepaalt uiteindelijk de wetgeving, en daarmee ook het gemak waarmee technologische veranderingen geïntroduceerd kunnen worden. Zo is de beperkte actieradius geen probleem meer bij elektrische auto’s, maar lopen gebruikers er nu soms tegenaan dat het lastig is een laadplek te vinden. Als de overheid niet snel genoeg meebeweegt met deze technologische ontwikkelingen, dan zit daar een grote bottleneck, aldus Wouter. Wetgeving en besluitvorming moeten gereed zijn als de markt er klaar voor is.

Gemeend gedachtegoed is dat je voor een transitie tenminste 25% van de mensen mee moet krijgen, dan volgt de rest vanzelf. Wouter meent dat een groot deel van de Nederlandse bevolking geïnteresseerd is in duurzame ontwikkelingen en dat je daarmee ruim de 25% haalt. Wouter: “Ook werkgevers en de overheid zijn van mening dat een transitie nodig is. Maar als je vraagt wie de eerste stap zet, kijken we naar elkaar. De overheid is juist hierin nodig. Enerzijds is het goed als de bevolking de ruimte krijgt om een actieve rol in te nemen, anderzijds heeft de overheid een faciliterende rol binnen de mobiliteitstransitie.” Om toe te werken naar een duurzaam mobiliteitssysteem moeten we breed blijven denken, anderen betrekken en steeds opnieuw afwegingen maken. Hoe passen we dit toe de dagelijkse praktijk? Door continu te zoeken naar samenwerking, dichtbij de gebruiker te staan en onze kennis van de overheid te gebruiken en te verdiepen. OchtendMensen blijft (mee)werken aan de mobiliteit van morgen!

Meer weten over wat wij doen binnen de thema’s Energie & Duurzaamheid en Stad, Natuur & Mobiliteit? Bekijk onze themapagina’s. Ook kun je je hieronder aanmelden voor één van onze thema-nieuwsbrieven.

De fiets­pro­fessor over mo­bili­teit in de wijk

Duurzame Mobiliteit Marco te Brommelstoet

Stadswijk Merwede in Utrecht wordt in 2021 gepresenteerd als de stadswijk van de toekomst. Een ambitieus stedelijk ontwikkelingsproject met veel groen, weinig auto’s en een mix van koopwoningen en (sociale) huur. Bij het lezen van de plannen wordt duidelijk dat er veel aandacht is voor duurzaam vervoer in de wijk. Er komen mogelijkheden voor het gebruik van deelmobiliteit aan de rand van de wijk, fietsparkeernormen en een fijnmazig wandel- en fietspad. In dit artikel gaan we hierover in gesprek met Marco te Brömmelstroet, professor Urban Planning en schrijver van het boek ‘Het recht van de snelste’.

Ontwikkeling van een nieuwe wijk

De uitgesproken visie voor de Merwedekanaalzone spreekt tot de verbeelding: Er wordt gewerkt aan een gebied dat volop kansen biedt tot ontmoeten, spelen, sporten en ontspannen. Op deze manier wordt gewerkt aan een wijk die bijdraagt aan gezond stedelijk leven. Marco schaart zich achter deze integrale benadering: Op de vraag waarop volgens hem gelet moet worden bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk waarschuwt hij voor een overmatige focus op (duurzame) mobiliteit, aangezien dit slechts één aspect is van de leefomgeving. ‘Duurzaam is net als veilig en leefbaar geen doel bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk. Zou je je eigen huwelijk/relatie bijvoorbeeld zo omschrijven? Dat mobiliteit duurzaam, veilig en leefbaar moet zijn is een conditie die eigenlijk compromisloos zou moeten zijn. Van oudsher is de rol van mobiliteit heel bepalend, bijna monopolistisch, voor alle andere aspecten van de leefomgeving.’

Marco roept mensen op om bij de ontwikkelingen in de openbare ruimte een stapje terug te nemen, en zich af te vragen welke doelen de openbare ruimte dient: ‘Vragen gericht op wijkontwikkeling moeten in de eerste plaats gaan over het gebruik van de openbare ruimte en welke plek mobiliteit daarin krijgt. Maar welke doelen dient de openbare ruimte idealiter? Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan ontmoeting, sociale cohesie, biodiversiteit, ontspanning en persoonlijke ontwikkeling. Een voorbeeld van een goed kader voor integrale wijkontwikkeling is de Leidraad Openbare Ruimte in Groningen. Zelf heb ik een voorkeur voor wijken die aan het volgende voldoen: een ontspannen openbare ruimte, waar kinderen niet continu op hun hoede hoeven te zijn voor gevaar en zich zelfstandig kunnen verplaatsen.’

Een autovrije wijk

In de Merwedekanaalzone wordt duidelijk de ambitie uitgesproken om een wijk te creëren die zo veel als mogelijk autovrij is. Gevraagd om te reflecteren op deze ambitie komt Marco verrassend uit de hoek: ‘Autovrij is een vrij negatief ingestoken narratief en legt de nadruk op wat je niet wilt. Daarnaast blijft de discussie op die manier een verkeerskundig verhaal. Begin in plaats van de focus op autovrije wijken met bedenken welke sociale doelen je centraal wilt stellen en waarvoor de openbare ruimte moet dienen. Kijk daarna hoe mobiliteit binnen die doelen past. Wat is er bijvoorbeeld tegen auto’s als die niet op straat staan geparkeerd en die niet sneller dan stapvoets kunnen rijden?’

Hij voegt hier nog aan toe dat de technische instrumenten voor de beheersing van snelheid al beschikbaar zijn: ‘Zorg dat auto’s niet meer sneller kunnen dan acceptabel is. Denk bijvoorbeeld aan Intelligente Snelheidsaanpassing (ISA) met Geofencing (een virtuele ruimtelijke grens) waarbij auto’s bijvoorbeeld niet harder kunnen rijden dan 15 km per uur in een woonwijk. Dan kan iedereen die echt moet overal met de auto komen, zonder dat dat ten koste gaat van anderen. Veel autobezit en -gebruik zal dan vanzelf verdampen.

Regionale functies

In de Merwedekanaalzone wordt de ambitie uitgesproken om regionale functies te weren die autoverkeer aantrekken of genereren. Een mogelijk argument tegen dit instrument is dat het zorgt voor een ‘waterbedeffect’ waarbij autoverkeer verplaatst wordt naar omliggende gebieden. Maar volgens Marco hoeft dat niet zo te zijn: ‘Niet als we consequent beleid gaan voeren. Dus niet wijkgericht, maar als stad, regio, dan wel land. Daarbij begint het met de vraag: Wat voor stad/regio/land willen we zijn? En welke rol heeft autoverkeer daarin?’. Marco maakt hierbij nog wel een kritische noot: ‘We moeten stoppen met het subsidiëren van autoverkeer. Stoppen met gratis en goedkope parkeerruimte, het loskoppelen van kosten gerelateerd aan vervuiling en onveiligheid voor de gebruiker en de focus op snelheid waarmee een automobilist zich van A naar B dient te kunnen verplaatsen’.

Een belangrijk onderdeel van de visie die uitgedragen wordt in de Merwedewijk is de ‘gezonde mix van doelgroepen’. Zo valt 30% van de woningen binnen het sociale huur segment en is er ruimte voor starters, studenten, gezinnen, woongroepen en senioren. Met betrekking tot de laatste groep vragen we Marco hoe hij aankijkt tegen de bewegingsvrijheid die een auto biedt aan ouderen: ‘Prachtig, laten we er inderdaad voor zorgen dat zij niet autoafhankelijk zijn door nabijheid en inrichting van de openbare ruimte gericht op veilig kunnen fietsen dan wel lopen. Voor hen die niet anders kunnen, is de auto dan perfect. Maar dan dus zonder een grote negatieve impact op anderen te hebben’.

Deelmobiliteit

In de Merwedewijk is een belangrijke rol weggelegd voor deelmobiliteit. Er wordt ingezet op een digitaal platform en de aanleg van hubs (verzamelpunt van deelmobiliteitsdiensten) aan de rand van het gebied. Als we Marco vragen om te reflecteren op deze instrumenten reageert hij enigszins kritisch, en wijst hij ons op het onderscheid tussen deel- en huurmobiliteit: ‘Er wordt hier ingezet op huurmobiliteit; er wordt niet gedeeld. Het is goed om daarop in te zetten, maar net als alle andere innovaties zullen ze enkel slagen als we niet langer het bezitten en gebruiken van privévoertuigen stevig subsidiëren en aanmoedigen. Daar is nu niet tegenop te concurreren met een duurzaam bedrijfsmodel’. Hierbij wijst hij erop dat bijna alle mobiliteitsinnovaties puur als mobiliteitsdienst verliesgevend zijn.

Bedankt voor je tijd! Een deel van onze lezers heeft of krijgt op verschillende manieren met duurzame mobiliteit te maken. ­­­
Wat voor een take-home message zou u hen willen meegeven?

Een duurzame openbare ruimte is een conditie en geen nastrevenswaardig doel op zichzelf. If anything, dan zouden we het huidige mobiliteitssysteem zo onduurzaam mogelijk moeten maken. Het is tijd voor echt transformatieve verandering waarbij mobiliteit één van de tien doelen wordt bij de inrichting van onze openbare ruimte!

Wil je weten wat voor opdrachten OchtendMensen op het gebied van mobiliteit doet, lees dan verder op onze themapagina. En wil je op de hoogte worden gehouden van wat OchtendMensen publiceert over Stad, Natuur & Mobiliteit en Energie & Duurzaamheid, schrijf je dan hieronder in voor onze nieuwsbrief.

Regisseur Fiets Inter­provinciaal Overleg (IPO)

Nationaal Toekomstbeeld Fiets

Het Nationaal Toekomstbeeld Fiets

De fiets kent een gestage opmars. Dit oer-Nederlandse product ontpopte zich in de afgelopen jaren tot een serieuze vervoersmodaliteit waarmee gerekend dient te worden. De fiets draagt immers bij aan de oplossing van een aantal maatschappelijke opgaven, zoals woningbouw, gezondheid, bereikbaarheid en duurzame mobiliteit. De fiets is uit de marge gekomen.

Daarom werken provincies, gemeenten en de rijksoverheid aan een gezamenlijke fietsvisie. Ofwel het Nationaal Toekomstbeeld Fiets (NTF). Door de toename van fietsgebruik (en de diversiteit óp het fietspad) is het opeens een ingewikkeld dossier geworden. Fietsnetwerken moeten op elkaar worden aangesloten, de investeringen in infrastructuur worden betaald, parkeervoorzieningen bekostigd en gedragsverandering bevorderd. Alle overheidslagen moeten duurzaam samenwerken.

De Regisseur Fiets brengt provincies samen

OchtendMensen-adviseur Hans van ’t Land is ingezet om vanuit het Interprovinciaal Overleg (IPO) als regisseur deze samenwerking tussen provincies te organiseren. Provincies hebben allemaal hun eigen fietsbeleid en mobiliteitsplannen. Dat moet corresponderen met het gezamenlijke toekomstbeeld, zoals opgeschreven zal worden in het NTF. Provincies leveren voor een belangrijk deel de input voor het NTF, en zullen dit ook moeten verankeren in hun eigen organisatie. En het gezamenlijk toekomstbeeld leidend laten zijn in hun samenwerkingen met het ministerie en de gemeenten.

Het is het doel van Hans om vaart te houden in de totstandkoming van het NTF en ervoor te zorgen dat provincies zich in het NTF herkennen en het omarmen. En dat de gezamenlijkheid van de overheden in dit dossier benadrukt wordt. Daarnaast is het doel dat provincies van elkaar leren en de inzet op het thema fiets optimaal wordt benut.

Lees graag verder op onze website als je wilt weten wat de adviseurs van OchtendMensen doen op het gebied van Duurzaamheid en van Mobiliteit.

Programma­secretaris Zuid-Holland Bereikbaar

Zuid-Holland Bereikbaar OchtendMensen

De bereikbaarheid van de Provincie Zuid-Holland staat onder druk

Met meer dan drie miljoen inwoners, 16.000 kilometer aan weg, 4.800 kilometer aan fietspaden, meerdere belangrijke belangrijke vaarwegen, 4.400 vervoersbedrijven en economisch belangrijke zones zoals de Rotterdamse haven en de Greenport Westland, is de Provincie Zuid-Holland één van de drukst bereisde provincies van Nederland. Maar de bereikbaarheid, en daarmee de leefbaarheid, van Zuid-Holland staat onder druk. Veel van de infrastructuur – aangelegd in de tweede helft van de 20e eeuw – is verouderd en kwetsbaar.

Een recent voorbeeld van de gevolgen die dit kan hebben, is de discussie die speelt rondom het gedeeltelijk afsluiten van de Haringvlietbrug. Naast de verouderde infrastructuur ligt er een enorme bouwopgave met de ambitie om de komende 20 jaar zo’n 200.000 nieuwe woningen te bouwen. Verder zal de energietransitie onvermijdelijk effect hebben op de manier waarop we ons de komende decennia door de provincie Zuid-Holland bewegen.

OchtendMensen ondersteunt bij de oprichting van een nieuw samenwerkingsverband: Zuid-Holland Bereikbaar

Deze bereikbaarheidsopgave vraagt om een dieper niveau van samenwerking tussen verschillende betrokken partijen, met meer aandacht voor data, gedrag en communicatie. Deze rol gaat vervuld worden door een nieuwe organisatie in oprichting die Zuid-Holland Bereikbaar zal gaan heten: een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), de Provincie Zuid-Holland, ProRail, het Havenbedrijf Rotterdam, het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en de gemeentes Rotterdam en Den Haag.

OchtendMensen-adviseur Thijs Hofman ondersteunt bij de oprichting van Zuid-Holland Bereikbaar. Zo zorgt hij onder andere voor het correct functioneren van de verschillende governance-lagen van Zuid-Holland Bereikbaar. Hij is verantwoordelijk voor de planning, communicatie en verslaglegging, en zorgt ervoor dat iedereen op tijd beschikt over de juiste stukken. Ook is hij verantwoordelijk voor de uitwerking van het thema ‘Gedrag binnen mobiliteit’, waarbij relevante kennis wordt verzameld en geclusterd. Door middel van documentstudie en het afnemen van interviews zoekt Thijs uit wat op het gebied van gedrag de relevante ontwikkelingen in het werkveld zijn, en hoe de groeiagenda van de nieuwe organisatie er de komende jaren uit moet gaan zien.

Wil je op de hoogte blijven van Zuid-Holland Bereikbaar? Volg dan programmadirecteur René Vrugt op LinkedIn.

En wil je meer weten over wat OchtendMensen doen binnen het thema mobiliteit; check dan vooral onze themapagina ‘Innovatieve mobiliteit’.

Meebewegen met de mobiliteits­opgaven van de toekomst

Lotte Hulshof Hanne van Kasteren Adviseur Stad, Natuur en Mobiliteit OchtendMensen TwynstraGudde

OchtendMensen staat in de maand juni van 2021 in het teken van Stad, Natuur & Mobiliteit. Twee weken lang verdiepen we ons in de verstedelijkingsopgave en in kansen en uitdagingen die daarbij komen kijken. OchtendMensen-adviseurs Lotte Hulshof en Hanne van Kasteren gingen daarom in gesprek met Pieter Arends, adviseur Mobiliteit en Infrastructuur bij TwynstraGudde, over toekomstige mobiliteitsopgaven en innovaties.

Pieter is met zijn achtergrond in verkeerskunde en bestuurskunde als een vis in het water bij de adviesgroep Mobiliteit en Infrastructuur van TwynstraGudde. Hij houdt zich in complexe projecten, veelal voor overheden, bezig met het verbeteren van de regionale bereikbaarheid en de mobiliteit van de toekomst. We vroegen hem naar zijn visie op toekomstbestendige mobiliteit en de relatie met verstedelijking.

Steeds meer mensen trekken naar de stad toe, waardoor er een enorme concurrentiestrijd gaande is voor ruimte. Door deze verstedelijking lijkt het een uitdaging om binnen de stad en van stad naar stad te kunnen reizen. Hoe zie jij dat?  

“De afgelopen jaren ben ik betrokken geweest bij een MIRT Onderzoek in de Metropoolregio Utrecht. We hebben onderzocht welke plekken het meest geschikt zijn voor het bouwen van meer dan honderdduizend woningen en hoe we mobiliteit kunnen organiseren. We concludeerden dat verdicht bouwen leidt tot minder mobiliteit, omdat voorzieningen dichterbij zijn. Bijna alles wat je nodig hebt, is met actieve mobiliteit (fietsen en wandelen) te bereiken. In de periferie speelt de behoefte bij mensen om zich te verplaatsen veel meer een rol. Wanneer je het aantal reisbewegingen wil beperken, helpt het om nabijheid te creëren.”

Mobiliteit verandert in hoog tempo. We verlangen naar slimme oplossingen die ervoor zorgen dat we eenvoudig van plek naar plek kunnen blijven reizen. Wat betekent dat voor de toekomst: gaan nieuwe mobiliteitsoplossingen de auto vervangen?

“De mobiliteitstransitie leidt niet noodzakelijkerwijs tot minder autogebruik. Hoe slimmer de auto’s worden, hoe aantrekkelijker het is om de auto te pakken. Wanneer je een vergadering via Teams kunt bijwonen vanuit je auto op een veilige manier, verkies je het reizen met de auto misschien wel boven een andere vervoersvorm.

Mobiliteit moet betrouwbaar, comfortabel en snel zijn. De mate waarin mobiliteitsvormen zich op deze aspecten ontwikkelen, kan wel eens heel bepalend zijn voor hoe we in de toekomst gaan reizen. Het is belangrijk dat de overheid sturing geeft aan deze mobiliteitstransitie.”

“Wanneer je een vergadering via Teams kunt bijwonen vanuit je auto op een veilige manier, verkies je het reizen met de auto misschien wel boven een andere vervoersvorm.”

Pieter Arends - Adviseur Mobiliteit en Infrastructuur bij TwynstraGudde

Met de Gemeente Almere, één van onze opdrachtgevers, hebben we het gehad over de uitdaging die de gemeente ziet als het gaat om de ontwikkeling van steden en de noodzaak tot samenwerking daarin. Hoe zie je dat in relatie tot mobiliteitsvraagstukken?

“Samenwerking is inderdaad essentieel om mobiliteitsvraagstukken op een goede manier aan te pakken. Zo geldt voor Almere dat veel inwoners dagelijks op en neer reizen naar Amsterdam. Beide gemeenten zullen daarom met elkaar moeten samenwerken. Bovendien denkt een reiziger er niet bij na of hij gebruik maakt van een weg van het Rijk, de provincie of een gemeente. Daarom is het belangrijk dat verschillende overheden, soms ook internationaal, elkaar opzoeken. Niet alleen om beleid op elkaar af te stemmen, maar ook om van elkaar te leren. TwynstraGudde faciliteert en organiseert zulke samenwerkingen.”

Welke innovatieve ontwikkelingen zie jij momenteel en welke nieuwe mobiliteitsoplossing hoop jij over een aantal jaren terug te zien?

“Er komen veel innovaties op het gebied van mobiliteit op ons af die we ten goede kunnen benutten. Tegelijkertijd moeten we ervoor waken dat innovaties niet alleen toegankelijk zijn voor de ‘happy few’ in de grote stadscentra. Een bouwvakker die in het centrum van de stad woont, heeft minder baat bij parkeerrestricties en in plaats daarvan een elektrische deelauto. Hij wil zijn bus graag voor de deur blijven parkeren. Om ervoor te zorgen dat ook de mensen buiten de stadscentra gebruik maken van deze innovaties, heb je ‘hubs’ nodig om het mobiliteitskarakter in het ene gebied over te laten lopen in het andere gebied; mobiliteit in landelijk gebied ontwikkelt zich echt anders dan in hoogstedelijk gebied. Uit onderzoek naar de mobiliteitstransitie blijkt dat daarbij vooral behoefte is aan ‘hubs’ waarbij je nabij de bestemming kunt overstappen op kleinschalige deelmobiliteit.”

“We moeten ervoor zorgen dat innovaties niet alleen toegankelijk zijn voor de ‘happy few’ in de grote stadscentra.”

“Ik hoop dat we nieuwe ontwikkelingen niet met het badwater gaan weggooien. Zo wordt het op dit moment vaak als een probleem gezien dat elektrische deelscooters overal weggezet kunnen worden. Hierdoor kan het sentiment ontstaan dat gebruik van deelscooters niet wenselijk is, terwijl de deelscooter een opmaat kan zijn voor schone, kleinschalige mobiliteit. We kunnen deze nieuwe vormen van mobiliteit ook aanmoedigen. Zo kunnen overheden nu al veel meer voorsorteren op verschillende typen vervoermiddelen. Daarnaast denk ik dat het een mooie ontwikkeling is dat vooral jonge mensen in aanraking komen met deelmobiliteit, zoals deelscooters. Dit verhoogt de kans dat zij over tien jaar de deelmobiliteit heel gewoon gaan vinden; zij zijn immers de toekomst.”

“Ik hoop dat we nieuwe ontwikkelingen niet met het badwater gaan weggooien.”

Wat voor bijdrage kunnen wij als adviseurs van OchtendMensen en TwynstraGudde leveren aan de mobiliteitsopgaven van de toekomst?

“Als adviseurs leveren wij een belangrijke bijdrage aan onderzoeken en organisatorische vraagstukken. Zo hebben we studies gedaan naar de zelfrijdende auto en de mobiliteitstransitie. Maar we zijn ook goed in het begeleiden van pilots en het doen van evaluaties. Daarnaast heeft TwynstraGudde veel ervaring met coalities smeden tussen partijen, bijvoorbeeld op het gebied van zero-emissie-initiatieven. En natuurlijk het organiseren van samenwerking, de sleutel als het gaat om de toekomst van mobiliteit!

Wil je weten wat OchtendMensen voor jou of jouw bedrijf kan betekenen, neem dan graag contact op met Albert Pansier, manager Stad, Natuur & Mobiliteit.

Meer over wat wij doen binnen de thema’s Stad, Natuur & Mobiliteit lees je op onze themapagina.

Innovatieve mobiliteit

Innovatieve mobiliteit OchtendMensen TwynstraGudde

OchtendMensen draagt bij aan de ontwikkeling van veilige, duurzame en innovatieve mobiliteit via weg, water, spoor en lucht.

Op deze themapagina over innovatieve mobiliteit laten wij door middel van blogs, interviews en projectbeschrijvingen meer zien van wie wij zijn, wat wij doen en welke ontwikkelingen volgens ons van belang zijn.

Deze themapagina zal zich in de loop van het jaar 2021 verder gaan vullen.

Wil je actief op de hoogte worden gehouden, schrijf je dan in voor de nieuwsbrief Stad, Natuur & Mobiliteit van OchtendMensen of volg onze LinkedIn-pagina.

Project­ondersteuner Investeringsimpuls Verkeersveiligheid Ministerie I&W

Project-ondersteuner Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 Ministerie I&W

Investeringsimpuls Verkeersveiligheid

Voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is verkeersveiligheid een belangrijk onderwerp. Dat zie je onder andere terug in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid. Daarin wordt het doel gesteld om in 2030 goed op weg te zijn naar nul verkeerslachtoffers. Dit kan het Rijk niet alleen. De meeste slachtoffers vallen namelijk op het onderliggende wegennet. Dat zijn wegen die in beheer zijn van gemeenten, provincies of waterschappen.

Om ook op het onderliggende wegennet te kunnen bijdragen aan de verkeersveiligheid, is de Investeringsimpuls Verkeersveiligheid in het leven geroepen. Hiermee stelt het Rijk de komende tien jaar € 500 miljoen beschikbaar. Met dat geld draagt het Rijk voor maximaal 50% bij aan projecten die de verkeersveiligheid verbeteren op het onderliggende wegennet.

Regeling Stimulering Verkeersveiligheidsmaatregelen 2021-2022

Met de ‘Regeling Stimulering Verkeersveiligheidsmaatregelen 2021-2022’ maakt het Rijk een eerste stap met het toewijzen van het geld uit de Investeringsimpuls Verkeersveiligheid. Meer dan 200 gemeenten en provincies ontvangen via deze regeling in totaal € 165 miljoen rijksbijdrage voor verkeersveiligheidsmaatregelen die bijdragen aan een veilige fietsinfrastructuur, verkeersveilige woonwijken en veilige wegen binnen en buiten de bebouwde kom.

OchtendMensen ondersteunt bij de regeling Stimulering Verkeersveiligheidsmaatregelen

OchtendMensen-adviseur Jeroen Ubels ondersteunt het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat bij het uitvoeren van deze regeling. Hij helpt onder andere mee met het in goede banen leiden van de meer dan 200 aanvragen. Daarnaast werkt hij aan het inzichtelijk maken van de resultaten. Zo wordt zichtbaar wat de winst is voor de verkeersveiligheid door heel Nederland!

Wil je meer weten over de opdrachten die OchtendMensen doen rondom de thema’s ‘Stad, Natuur & Mobiliteit’, dan kun je hier meer van onze projecten bekijken.

Change en Projectmanager Cornelissen Groep

Innovatieve en vooruitstrevende oplossingen in de sector transport en logistiek

Transport en logistiek is een sector die constant in beweging is. Toenemende klanteisen, strengere wet- en regelgeving, een krappe arbeidsmarkt, en de must om efficiënter te werken met beschikbare middelen.

Bij mijn opdracht bij de Cornelissen Groep komen al deze zaken samen in de projecten waar ik bij betrokken ben. Zo werken ze bij Cornelissen aan innovatieve en vooruitstrevende logistieke oplossingen, waarin digitalisering een belangrijk onderdeel is. Dit gaat hand in hand met professionalisering van de interne organisatie, om voorbereid te zijn op groei en verandering.

Oog voor de menselijke kant binnen veranderingen en implementaties

In deze opdracht ben ik betrokken bij drie projecten:

  • Een innovatief samenwerkingsverband met twee andere vervoerders en een IT-partij ten behoeve van de ontwikkeling van een nieuw planningsysteem;
  • Het opstellen van een uniforme werkwijze voor de planning en administratie binnen de verschillende locaties van Cornelissen;
  • Implementatie van een nieuw navigatiesysteem voor de chauffeurs.

Binnen deze projecten vervul ik een gecombineerde rol van change manager en projectmanager. Zo behoud ik overzicht over de status van de projecten, bepaal ik in overleg met betrokkenen de benodigde vervolgstappen en zet ik deze om in concrete acties. Daarnaast heb ik als change manager oog voor de menselijke kant binnen de veranderingen en implementaties. Zodoende ben ik verantwoordelijk om de beoogde veranderingen een zachte landing te laten maken binnen het bedrijf.  Dit doe ik met name door interne stakeholders juist en tijdig te betrekken, continu op de hoogte te blijven van wat er speelt en de juiste aanpak te bedenken en toe te passen om de veranderingen te kunnen realiseren.

Mijn rol is dus zeer dynamisch en ik leer elke dag. Het kunnen bijdragen aan de ontwikkelingen die de Cornelissen Groep, maar ook de transportsector, innovatiever, beter en duurzamer maken, vind ik erg gaaf.

Wil je meer weten over de opdrachten die OchtendMensen doen rondom de thema’s ‘Stad, Natuur & Mobiliteit’, dan kun je hier meer van onze projecten bekijken.

Project­secretaris Duurzame Mobiliteit Ministerie van I&W

De innovatieopgaven rond mobiliteit uit het Klimaatakkoord gebundeld tot actielijnen

OchtendMens Anouschka Rozendaal werkt als projectsecretaris aan de uitvoering van de Missie Toekomstbestendige Duurzame Mobiliteit van het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat. Hierin zijn alle innovatieopgaven rond mobiliteit uit het Klimaatakkoord gebundeld tot een aantal actielijnen.

Eén lijn is bijvoorbeeld gedragsverandering, sociale structuren en transitiedynamiek (kortweg ‘sociale innovatie’). Het creëren van een duurzame economie vraagt namelijk een omslag van ‘mind’, proces en inhoud. Simpelweg het aanbieden van nieuwe technologische oplossingen of blijven werken volgens bestaande structuren is vaak niet meer voldoende voor een blijvende verandering. En dat willen we juist wél realiseren vanuit het Klimaatakkoord.

Hoe draagt OchtendMensen bij aan de realisatie van de mobiliteitsdoelen uit het Klimaatakkoord

Deze lijn valt inhoudelijk mede onder de verantwoordelijkheid van OchtendMensen-adviseur Anouschka Rozendaal, wat betekent dat ze meedenkt over het in gang zetten van acties. Daarnaast ondersteunt ze als projectsecretaris het team dat werkt aan de uitvoering van de Missie D+, valt zowel de interne als externe communicatie onder haar verantwoordelijkheid en werkt ze aan INNOvember.

Sociale innovatiekracht van de overheid

INNOvember is een maand (november) voor alle Rijksmedewerkers, waarbij de innovatiekracht van de overheid centraal staat. Een mooie gelegenheid om sociale innovatie onder de aandacht te brengen bij collega’s van de Rijksoverheid en hen te prikkelen: hoe innovatief ben jij bezig?

Anouschka: “Het mooie aan deze opdracht vind ik de combinatie tussen proces en inhoud. Ik leer iedere dag wat bij op het snijvlak van mobiliteit en duurzaamheid en vooral hoe belangrijk de sociale kant daarbij is. Mijn rol is ontzettend dynamisch en vraagt dat ik samenwerk met veel verschillende betrokkenen (zowel intern als extern). Bovenal vind ik het geweldig om mijn steentje bij te dragen aan de uitvoering van het Klimaatakkoord.”

Wil je meer weten over de opdrachten die OchtendMensen doen rondom de thema’s ‘Stad, Natuur & Mobiliteit’, dan kun je hier meer van onze projecten bekijken.

Meld je aan voor één van onze thema-nieuwsbrieven